Onderstaand gedicht werd geschreven door Nels zoon Henk en voorgedragen tijdens een diner in een restaurant door alle familieleden tezamen:
Kleinzoon J.:
Voor zover ik me kan herinneren, oma, werd u geboren
Onder de grote oude Dordtse toren
Op de Kalkhaven aan de rivier,
daar groeide u op en had veel plezier.
Kleinzoon B.:
Toen u zo’n jaar of 10 was, had u Kees en Kitty, de apen,
Die zaten bij voorkeur op de bovenste gordijnroede te slapen,
En lieten hun plasjes naar beneden lopen.
Daarnaast had opa nog een zeehond weten te kopen,
Die werd met een zuigfles opgevoed
En door Wien, Henk en Nel zorgvuldige gehoed.
U reed in een wagen met vier bokken, waaronder twee witten
Op de foto’s kan je broer Henk nog op de bok zien zitten.
Ze reden dan naar Dubbeldam,
Ze speelden op vlotten en lachten zich lam.
Kleindochter R.
En van kind werd ze jong meisje. In Parijs op kostschool leerde u Frans
En kreeg er tot veel genoegens de kans.
U raakte er aan het café-leven verknocht,
en hebt er het Louvre, de Tour Eiffel en het Bois de Boulogne bezocht.
Terug in Dordtse begon de uitgaanstijd,
jonge meneren kwamen van wijd en zijd,
Uw was tijdenlang best in uw sas met Cees Blussé van Oud Alblas.
U zag schilders werken in Heeze en Laren,
Maar dat was, vond u, toch ook niet je ware.
En op het Assault in Den Helder bleek het al wel,
de adelborsten waren best in tel, bij 20-jarige Nel
G., man van kleindochter R.
U deed enthousiast aan alles mee;
Het grootst succes was de poppenfee.
Toen de Zuid-Afrikaanse boeren in nood bleken te zijn,
hielp u de presidenten Kruger en Stein.
Vele jaren was u in tennis Dordts’ kampioen,
en had toen veel met Han Vriesendorp te doen.
Als tennisster begon u zeer gevierd te raken,
u overwon dan ook de grote Anthonie van Aken.
Schoondochter Joke:
Zo kwam u ook eens te spelen in Rotterdam met een zekere Dolf Chabot.
Dat gaf een heel andere wending aan uw levenslot.
En bovenop het Witte Huis,
Daar had u rendez-vous, heel kuis.
In 1906 ging u toen trouwen,
Aan de Schie waren ze heel hoog aan het bouwen.
Daar heeft u maar een paar jaar gewoond,
en de Dordtse trots aan Rotterdam getoond.
U verhuisde toen naar Den Haag. Daar brak hond Hector zijn poot;
Hij ging er bijna aan dood;
Maar u verzorgde hem goed,
En dus kreeg hij voor het leven weer nieuwe moed.
Zoon Henk:
Het was ook op het Haagse Frederik Hendrik plein,
Dat Henk tenslotte geboren wilde zijn.
Jammer dat hij tenslotte de enige is gebleven,
Het was nu best leuk geweest met nog een stuk of zeven.
Ik herinner me vandaar voornamelijk ons juffrouw Koppenol,
Die bracht natuurlijk ons aller hoofd op hol.
Kleinzoon B.:
Toen ging u terug naar de Julianalaan,
Vlakbij de school van Bastiaan,
Waar Henk een zestal jaren sleet,
en u onder het dienstboden probleem leed;
Maar het tweespan Anna en Bet,
hebben u uit vele moeilijkheden gered.
Zoon Henk:
Uw vriendinnen en Tise zorgden voor veel vertier,
en u raakte uw astma kwijt met de hulp van Van Lier.
In het westen van de stad stonden huizen u goed gezind en gunstig gelegen
Ik denk aan de Westerstraat 56 en de Veerkade 9.
En toen Haarlem, de forenzen-fase voor Dolf,
en voor u die van auto en golf,
maar voor alles die van het huis Rohade, met parket,
waar geen vuile voetstap op mocht worden gezet.
U vond er de Krullen en de Kempens bij het Spaarne,
met hen -op zaterdagavond- bridgte u gaarne.
Kleinzoon B.:
De volgende levensperiode vond u in flatgebouw Duinwijck,
u was er vóór alles een auto rijk,
en u zwierf daarmee naar Wiesbaden of Paris,
met Gee of Nel of Correlie.
Schoondochter Joke:
Reislustig als altijd,
Bleek u op een goede dag bereid,
om tijdelijk de wekelijkse brieven te staken,
en de verre reis Den Haag-Makassar te maken.
De berichten van daar waren na 2 jaar goed:
Henk heeft er werk in overvloed,
Joke heeft het Indische huishouden onder de knie,
En het kleine ding wordt al bijna drie.
Bovendien stond oma’s 60e voor de deur,
en die wilde u vieren met geluk en fleur,
samen met uw zoon en zijn gezin.
Zoon Henk:
Maar het halve werk is: een goed begin.
Daarom bereidt oma zich grondig voor;
Zij regelt haar zaken, gaat naar kantoor,
Leert filmen en koopt een apparaat,
Pakt eigenhandig kisten in en praat
Met iedereen, wint informaties in;
Afgezien van de infecties gaat alles naar haar zin.
Kleinzoon B.:
In stilte neemt zij het besluit Paps te verrassen
Met haar Opel; maar hij moet er goed op passen.
Haar wagentje krijgt een extra beurt voor hij in de takels gaat,
En heel parmantig aan dek tussen de andere wagens staat.
Door wel 20 goede vrienden uitgeleide gedaan,
Begint oma haar heerlijke reis over de Oceaan.
Nauwelijks is het schip van de Lloyd buitengaats,
Of aan de kapiteinstafel krijgt oma een plaats.
G., man van kleindochter R.:
Na enige dagen in het grootste Medan,
getuigend van wat Hollandse pioniersgeest wel kan,
huurt oma een chauffeur, die haar moet begeleiden,
Op de duizenden kilometers, die zij zal rijden,
Door Sumatra’s oerwouden en de desa’s van Java,
Nu 20 jaar geleden een tocht zonder weerga.
Veel gezond verstand verving het niet-kennen van het Maleis,
Met uitzondering van “tida”; maar vaak gebruikte zij dit niet,
want oma staat positief bij veel van hetgeen zij ziet.
Koopt menig origineel souvenir,
Op haar eigen persoonlijke manier.
En: met of zonder Maleis,
Oma wist te genieten in dit paradijs.
Kleindochter R.
Intussen hadden wij in Makassar niet stilgezeten,
Eén kamer werd in tweeën gespleten,
En toen wij dan te langen leste oma vonden,
Van uw kleine ding helemaal opgewonden.
Maar oma had dit voorzien, en heeft met veel takt,
Op de eerste toenadering van haar kleinkind gewacht.
Elke ochtend mocht ik in uw kamer iets komen halen,
Hollands speelgoed, bellenblazen, lintjes, kralen.
Maar deze onuitputtelijke schat,
Was niet het enige dat u bij zich had:
Perzen, zilver, het blauwe familie servies, een antieke stoel,
een koperen juk, kandelaars en nog een heleboel.
Paps en mams juichten luid:
een heel weekend pakten wij uit.
Maandenlang zag u ons in ons gewone doen,
in ‘t Heerlijke indische leven van toen.
Kleinzoon J.:
Op een vendutie kocht u een bambu garage,
Want die had u niet in uw bagage.
En hinderde de warmte u altezeer,
Dan reed u naar de bergen weer.
Kleindochter R.:
Met ons vieren maakten wij een tocht door het Teradja land,
Schoondochter Joke:
De gewone avonden zaten wij op het Platje aan het strand.
Water uit de kraan,
Liet u liever staan;
Spuitwater was er altijd genoeg,
De kokkie wist dat, ook zonder dat u het vroeg.
Zoon Henk:
De Gouverneur nodigde u uit op zijn boot,
Een tocht naar de eilanden waarvan u genoot.
Maar het hoogtepunt van uw verblijf was de 18e mei,
Roekie kwam u ‘s morgens vroeg met een wagen vol bloemen blij
Gelukwensen – nu 20 jaar geleden –
Een onvergetelijke stap op de weg naar het heden.
Toch zijn er ook in de jaren verstreken sindsdien,
Momenten geweest die wij willen terugzien.
Kleinzoon J.:
In de oorlog bent u naar Loenen gegaan,
En de Basterds en Remondts, met uw lot begaan,
Werden vrienden voor lange tijden;
Op uw beurt hebt u hen wel met een extra paling of zo weten te verblijden.
Kleinzoon B.:
Belangrijk was het telegram, dat in 1945 uit Indië is gearriveerd:
“Alle vier zijn mager maar gezond uit de kampen weergekeerd.”
Schoondochter Joke:
Terug in Duinwijck spoedden de jaren zich langzaam voort.
Nog eens ging u naar Indië, en kwam opnieuw terug hier, waar u zo kennelijk hoort.
En nu sinds een 6-tal jaren, wordt in Rohade weer echt geleefd,
U kwam er geregeld en hebt er gelukkige momenten met ons beleefd.
Sinterklaas, Kerstmis en de verjaardagen,
Liggen nog vers in ons geheugen als hoogtijdagen.
Kleindochter R.:
De laatste jaren was het wat stil,
Maar een verandering was op til,
Roekie ontmoette haar aanstaande man,
En gaf Geert daarmee en oma waarvan,
hijzelf eigenlijk niet durft te zeggen,
Dat zij op zo’n grote plaats in zijn hart beslag is gaan leggen.
G., man van kleindochter R.:
Gezellige dagen waren er voorwaar,
Maar culmineerden bij Oudjaar
Toen dingen uit het verleden,
Terugkwamen naar het heden.
Samen hadden wij veel plezier,
Om wat oma filmde, ver van hier.
Nu wij oma lief, ons wagen gaan,
aan de overkant van de Oceaan,
Zullen wij de camera die u in bruikleen gaf,
gebruiken gaan om van veraf
De beelden te zenden die wij gaan maken
Om ze toch weer bij u te geraken.
Kleindochter R.:
U vertelde van uw herinneringen,
en dat zijn hele schone dingen.
Uw leven was benijdenswaard,
Voor wie daarna van verre staart.
G., man van kleindochter R.:
Het bleek ook reeds uit dit gedicht,
Reizen is wat u zo ligt.
Spullen hebt u al zoveel,
Dus lieve oma, zij dit uw deel:
Om te lezen krijgt u het boek
Geschreven door uw Vorstin, zo kloek,
Verborgen erin zit een lapje voor u,
Om te gebruiken voor een uitstapje -nu-:
Hier zijn we nu dan met ons zessen,
Wij zouden nog heel lang kunnen klessen,
Maar het enige, en beste, wat we nu nog kunnen verklaren,
Is dat we u toewensen nog vele gelukkige jaren.
In het gedicht staat: “uw leven was benijdenswaard”, maar zou dat zo zijn? Ze heeft er zeker wat van weten te maken, maar de zelfdoding van haar broer zal haar zeker hebben aangegrepen. Dat gebeurde op 8 mei 1905, in hun ouderlijk huis, totaal onverwacht.
Op 20 juni 1906, ruim een jaar later, trouwde ze met Dolf Chabot, ze was toen 27. Drie jaar later werd hun zoon Henk geboren; vernoemd naar haar broer.
Haar vader overleed toen ze 36 was, op haar 49e overleed haar moeder.
Op haar 52e haar enige zuster (totaal onverwacht aan een beroerte tijdens een boottocht, ze was pas 55). Hierna trok ze veel op met het gezin van mijn oma, dat opeens hun moeder/schoonmoeder en oma verloor. Hun opa hertrouwde 6 jaar later en ging in Brussel wonen.
Tante Nel werd een 2e oma voor mijn moeder. Ze konden heel goed met elkaar overweg. Beiden waren sportief en avontuurlijk ingesteld. Op de laatste foto sta ik zelf met tante Nel.
1 | Grootmoeder Johanna Henrietta Margaretha overleden | (16-06-1880) | ||
4 | Tante Arnoldina Johanna trouwde met Cornelis Hanegraeff | (24-05-1883) | ||
5 of 6 | Neef Frans Adriaan geboren | (1885) | ||
11 | Tante Johana Heijlina overleden | (30-06-1890) | ||
12 | Oom Hendrik Theodorus trouwde met Catharina Albertina Havelaar | (28-01-1892) | ||
13 | Oom Johannes Theodorus trouwde met Louisa Driebeek | (13-09-1892) | ||
14 | Neef Johannes Theodorus geboren | (16-11-1893) | ||
16 | Grootmoeder Geertruy Cornelia overleden | (06-08-1895) | ||
15 of 16 | Nicht Marie Angelique Jeannette geboren | (1895) | ||
17 | Zus Henriette Boudewina trouwde met Karel Lotsij | (29-07-1896) | ||
18 | Nicht Karla geboren | (25-05-1897) | ||
19 | Neef Hendrik Theodorus geboren | (01-08-1898) | ||
20 | Nicht Jetty geboren | (02-07-1899) | ||
22 | Nicht Jetty overleden | (16-01-1902) | ||
23 | Nicht Jet geboren | (05-04-1903) | ||
23 | Grootvader Hendrik Theodorus overleden | (30-04-1903) | ||
25 | Broer Henk overleden | (08-05-1905) | ||
27 | Trouwde met Dolf Chabot | (20-06-1906) | ||
27 | Nicht Nel geboren | (04-03-1907) | ||
30 | Zoon Henk geboren | (29-04-1910) | ||
31 | Oom Johannes Anthony overleden | (28-03-1911) | ||
34 | Nicht Wol geboren | (30-09-1913) | ||
36 of 37 | Vader overleden | (1916) | ||
40 | Neef Frans Adriaan trouwde met Margaretha de Vos | (05-09-1919) | ||
42 | Tante Mathilda overleden | (02-04-1922) | ||
44 | Nicht Karla trouwde met Wim Meiss | (09-04-1924) | ||
47 | Nicht Jet trouwde met Boud Boot | (09-02-1927) | ||
49 | Moeder overleden | (15-01-1929) | ||
49 | Neef Jan Boudewijn overleden | (14-04-1929) | ||
50 | Oom Frans Adriaan overleden | (06-06-1929) | ||
51 | Oom Boudewijn Eliza overleden | (24-12-1930) | ||
52 | Echtgenoot Dolf Chabot overleden | (20-05-1931) | ||
52 | Zus Henriette Boudewina overleden | (31-05-1931) | ||
53 | Tante Margaretha Johanna Stephania overleden | (10-11-1932) | ||
54 | Nicht Nel trouwde met Eke Van Leeuwen | (22-11-1933) | ||
54 | Oom Johannes Theodorus overleden | (16-01-1934) | ||
56 | Zoon Henk trouwde met Joanna Cornelia Gerarda Maria Kortmann | (24-12-1935) | ||
56 | Kleindochter Roekie geboren | (03-04-1936) | ||
57 | Nicht Wol trouwde met Egon Von Preyss | (20-04-1937) | ||
58 | Oom Henri Francois overleden | (08-03-1938) | ||
62 | Kleinzoon B. geboren | (26-05-1941) | ||
62 | Neef Frans Adriaan overleden | (18-01-1942) | ||
68 | Kleinzoon J. geboren | (08-10-1947) | ||
67 of 68 | Nicht Wol gescheiden van Egon Von Preyss | (1947) | ||
80 | Kleindochter R. trouwde met G. | (04-07-1959) |