Terug naar Nieuws

Schildersclub ‘De Tien’

Peter C.L. van der Ploeg publiceerde eind april 2017 in het Kwartaalschrift 140 van de Historische Kring Laren een artikel over de club De Tien. Hij had eerder contact gezocht met ons, omdat op deze website ook wat te vinden was over deze schildersclub.

Een paar citaten hieruit:

Inleiding: een nieuwe bijdrage aan de Larense kunstgeschiedenis.
Tot aan mijn recente onderzoek tot en met maart 2017 was er niet veel bekend over de in Laren gevestigde eerste Gooise Schildersclub ‘De Tien’. De geschiedenis van dit gezelschap kan nu ruim worden aangevuld. ‘De Tien’ heeft 15 jaar bestaan van 1903 tot en met 1918 en kent vele successen. Over de hele periode hebben in totaal 35 leden – de samenstelling veranderde nogal eens – deelgenomen aan meer dan 70 tentoonstellingen door het hele land. Het zal blijken dat ‘De Tien’ de voorloper is van de in 1921 opgerichte en nog steeds actieve Vereniging van Beeldende Kunstenaars  Laren–Blaricum.

De eerste tentoonstelling vindt plaats in Hilversum. […]
De tentoonstelling wordt van 2 tot en met 16 augustus 1903 gehouden in de grote zaal van ‘het gebouw der spijsuitdeeling’, ook wel aangeduid als de ‘soeploods’. ‘Club De Tien’ vergaart de nodige belangstelling in de kranten bij het aankondigen van haar eerste tentoonstelling. Van begin af aan voert de club succesvolle publiciteitscampagnes om aandacht te krijgen voor haar tentoonstellingen. Verschillende kranten zoals o.a. De Telegraaf, het Algemeen Handelsblad en Het Nieuws van den dag kondigen de tentoonstelling aan.

Recensent Giovanni, soms afgekort tot Gio, (pseudoniem van Jan Kalf 1873-1954) van het Algemeen Handelsblad schrijft: “Drie Hilversummers, de heeren Baggeraar, Bake en Haverkamp, hebben het goede idee gehad bezoekers van het Gooi en kunstenaars die in het Gooi werken, tot elkaar te brengen, en een tentoonstellinkje georganiseerd, dat gevormd wordt door werken van negen leden der club „De Tienen”. Wat gelegenheid tot exposeeren aangaat, hebben zij moeten roeien met de tamelijk gebrekkige riemen, die Hilversum op dit gebied heeft.
Maar goede wil en veel ijver hebben toch van de zaal der Spijskokerij op het Melkpad een wel wat laag, en niet overal goed verlicht, maar toch voldoende tentoonstellingszaaltje gemaakt, en zoo kon gistermiddag de expositie geopend worden, den eersten dag drukbezocht, en ook in zoover al dadelijk een succes, dat op dien eersten middag drie stukken werden verkocht.”

De MelkschenksterIn de Gooi- en Eemlander 8) schrijft Cornelis W.H. Verster (volledige naam: C.W.H. Verster van Wulverhorst 1862- 1920, woonachtig in Hilversum van 1902 tot en met 1909), zelf lithograaf en tekenaar, een opgewekt stuk.
De tentoonstelling krijgt zijn volle sympathie omdat met weinig middelen, veel moeite en toewijding, in een zaaltje met niet al te gunstig licht een mooie tentoonstelling is ingericht. Hij is onder de indruk van de bijdrage van Emanuel van Beever die -volgens hem- met zijn beide interieurs te Laren het beste werk op de tentoonstelling vertegenwoordigt. Ook het werk van de andere kunstenaars oogst bij hem waardering.

Van een aantal van hen heeft hij eerder al werk gezien, maar niet eerder van Henk de Court Onderwater. Hij is enthousiast. “…maar het beste van de inzending van de Court Onderwater ontdekte ik eerst later bij een der vensters.
Magnifiek van factuur* is o.a. „Melkschenken”; met bizonder rake toetsen zijn hier de beide figuurtjes, maar evenzeer de potten en pannen in de kast aangezet”. 

*Factuur is de manier waarop het oppervlak van ruw materiaal is bewerkt, bijv. glad, bobbelig, zacht; zo’n eigenschap kun je vooral voelen; de structuur van het materiaal hoeft niet per se zichtbaar te zijn.
Bron: Lexicon voor de kunstvakken.

[…]

De doelstelling van de club is het genereren van naamsbekendheid en het bevorderen van de verkoop van het werk van de leden.
Het maximaal aantal leden wordt op tien gesteld en de enige verplichting betreft het woonachtig zijn in het Gooi. Eenmaal lid van het gezelschap is er geen sprake van ballotage of jurering en kan elk lid zoveel werk inzenden als het maar wil.

[…]

De club kent een bestuur. Legras is de president-secretaris. De Court Onderwater fungeert als penningmeester en Wolter als archivaris.

[…]

Er volgen aansluitend in 1903 tentoonstellingen in Groningen, Apeldoorn, Zutphen en Deventer. ‘Club De Tien’ maakt een gloedvolle start.

Later schreef Peter Van der Ploeg er meer over: